Ockenburgh
Den Haag

De buitenplaats Ockenburgh kent een roerig verleden. Met name de periode dat het landhuis als jeugdherberg in gebruik was heeft het landgoed internationale bekendheid gegeven.
De geschiedenis van het buiten begint als de in 1599 geboren medicus en dichter Jacob Westerbaen omstreeks 1650 aan de zandweg naar Monster Ockenburgh laat aanleggen. Het huis komt in 1652 gereed. Van dit huis is geen plattegrond. Een door Adriaen Matham gemaakte gravure toont een eenvoudig bakstenen huis van twee bouwlagen. Als Westerbaen in 1670 op zijn geliefde Ockenburgh sterft heeft hij veel schulden en de erfgenamen doen afstand van de nalatenschap. Deze wordt wel aanvaard door Jaques du Til de Ferrand, die het landgoed twee jaar in bezit houdt. In 1672 wordt Maarten Pauw eigenaar. Door overerving blijft Ockenburgh tot 1764 in bezit van deze familie. Vervolgens verwisselt het landgoed in 1796, 1809, 1817, ca. 1848, 1888 en 1916 door verkoop van eigenaar. In 1931 komt het gebied in handen van de gemeente Den Haag. De begraafplaats Westduin was toen al afgescheiden van het landgoed.
Westerbaen maakt van Ockenburgh een echte lusthof waar tal van bloemen bloeiden en waar boomgaarden manden vol vruchten opleverden. Bij het huis waren de siertuinen, verder weg de door bomen omzoomde akkers. Ook waren er een ommuurde boomgaard en heggen van rozenstruiken en aalbessen. De moestuinen die Westerbaean had aangelegd waren zeer succesvol voor de teelt van wortelen. Hij schrijft trots dat er een wortel zo groot als een “mannenbeen” was gekweekt. Gronden voor de jacht en een visvijver completeerden het geheel. Op de kaart van Cruquius uit 1712 is de formele aanleg nog goed te herkennen. Op een latere kaart uit 1746 is een dieper huis te zien. Bij de veiling in 1764 wordt gesproken van een “modern spatieus heeren-huys”, wat er op zou kunnen wijzen dat er een verbouwing had plaatsgevonden.
Omstreeks 1800 is het landgoed uitgebreid en dit deel is in landschappelijke stijl aangelegd. Het huis had in die tijd een witgepleisterde voorgevel van twee bouwlagen met een vooruitstekend middendeel met een toegangsdeur. In die tijd waren ook een koepel en een menagerie op het landgoed te vinden. Rond 1850 is het huis weer verbouwd en kreeg het grotendeels zijn huidige aanzien in eclectische stijl. Na de Tweede Wereldoorlog is nog een bakstenen gebouw met een schuin dak toegevoegd. In 1946 werd Ockenburgh door de Haagse Jeugdherberg Stichting in gebruik genomen. De grote populariteit leidde er toe dat in 1972 een vleugel van glas en staal is aangebouwd. Tevens werd het landhuis geheel gemoderniseerd en van het oorspronkelijke interieur is niets bewaard gebleven. De camping die sinds 1954 op het landgoed is gevestigd is in de jaren negentig deels omgevormd tot een bungalowpark. De jeugdherberg is in 1998 gesloten en er wordt een nieuwe bestemming voor het landhuis gezocht.
De geschiedenis van het buiten begint als de in 1599 geboren medicus en dichter Jacob Westerbaen omstreeks 1650 aan de zandweg naar Monster Ockenburgh laat aanleggen. Het huis komt in 1652 gereed. Van dit huis is geen plattegrond. Een door Adriaen Matham gemaakte gravure toont een eenvoudig bakstenen huis van twee bouwlagen. Als Westerbaen in 1670 op zijn geliefde Ockenburgh sterft heeft hij veel schulden en de erfgenamen doen afstand van de nalatenschap. Deze wordt wel aanvaard door Jaques du Til de Ferrand, die het landgoed twee jaar in bezit houdt. In 1672 wordt Maarten Pauw eigenaar. Door overerving blijft Ockenburgh tot 1764 in bezit van deze familie. Vervolgens verwisselt het landgoed in 1796, 1809, 1817, ca. 1848, 1888 en 1916 door verkoop van eigenaar. In 1931 komt het gebied in handen van de gemeente Den Haag. De begraafplaats Westduin was toen al afgescheiden van het landgoed.
Westerbaen maakt van Ockenburgh een echte lusthof waar tal van bloemen bloeiden en waar boomgaarden manden vol vruchten opleverden. Bij het huis waren de siertuinen, verder weg de door bomen omzoomde akkers. Ook waren er een ommuurde boomgaard en heggen van rozenstruiken en aalbessen. De moestuinen die Westerbaean had aangelegd waren zeer succesvol voor de teelt van wortelen. Hij schrijft trots dat er een wortel zo groot als een “mannenbeen” was gekweekt. Gronden voor de jacht en een visvijver completeerden het geheel. Op de kaart van Cruquius uit 1712 is de formele aanleg nog goed te herkennen. Op een latere kaart uit 1746 is een dieper huis te zien. Bij de veiling in 1764 wordt gesproken van een “modern spatieus heeren-huys”, wat er op zou kunnen wijzen dat er een verbouwing had plaatsgevonden.
Omstreeks 1800 is het landgoed uitgebreid en dit deel is in landschappelijke stijl aangelegd. Het huis had in die tijd een witgepleisterde voorgevel van twee bouwlagen met een vooruitstekend middendeel met een toegangsdeur. In die tijd waren ook een koepel en een menagerie op het landgoed te vinden. Rond 1850 is het huis weer verbouwd en kreeg het grotendeels zijn huidige aanzien in eclectische stijl. Na de Tweede Wereldoorlog is nog een bakstenen gebouw met een schuin dak toegevoegd. In 1946 werd Ockenburgh door de Haagse Jeugdherberg Stichting in gebruik genomen. De grote populariteit leidde er toe dat in 1972 een vleugel van glas en staal is aangebouwd. Tevens werd het landhuis geheel gemoderniseerd en van het oorspronkelijke interieur is niets bewaard gebleven. De camping die sinds 1954 op het landgoed is gevestigd is in de jaren negentig deels omgevormd tot een bungalowpark. De jeugdherberg is in 1998 gesloten en er wordt een nieuwe bestemming voor het landhuis gezocht.
Landgoed
Typering
gedeeltelijk nog bestaand
Jaar 1e vermelding
1652
Ontstaansgeschiedenis
gesticht als buitenplaats
Architectuur
eclecticisme
Hoofdfunctie
er wordt nieuwe bestemming gezocht
Groen
Groenelementen
vaarten, stinzeplanten, boompartijen, oprijlaan, vijver
Tuinarchitectuur
landschapsstijl
Hoofdfunctie groen
park