Leevliet

Ter hoogte van het bruggetje over de Leede ligt een terrein met een groot wit landhuis en hoog opgaand geboomte. Die oude bomen behoorden ooit tot de parkaanleg van de buitenplaats Leevliet. Het buiten werd gesticht door kunstschilder Carel de Moor (1655-1738) door samenvoeging van enkele percelen grond aan weerszijde van de Buurweg. In 1753 wordt het complex omschreven als ‘een huys en erven, sijnde een buytenplaats, genaempt Leevliet’. In 1772 was er sprake van vandalisme op Leevliet. Verscheidene beelden in het park werden van hun voetstukken getrokken, bloemperken beschadigd en bankjes vernield. Ook was er schade aan een ‘vinkehuys’. De toenmalige eigenaar, Issac Maillart, loofde twintig gouden dukaten uit om de daders te pakken te krijgen. Leevliet werd aanzienlijk uitgebreid door Nicolaas Smallenburg (overleden 1836). Hij liet rond 1830 een parkontwerp in landschappelijke stijl maken en uitvoeren. Daarnaast liet hij een fraaie, in steen opgetrokken koepel aan de Leede verrijzen en verbouwde hij het huis. Naast deze opstallen was Leevliet in die tijd een tuinmanswoning, een koetshuis en stallen rijk. In 1969 werd het huis afgebroken en vervangen door een eigentijdse villa. Van een buitenplaats was toen allang geen sprake meer. Het terrein raakte in de loop van de tijd volledig versnipperd.