's-Gravenhof

Aan de 's-Gravenweg in het Rotterdamse Kralingen werd omstreeks 1720 een industriële buitenplaats gesticht: de katoendrukkerij Non Plus Ultra. Terwijl andere takken van textielnijverheid in Rotterdam, zoals de lakenweverij en tapijtfabricage, aan het begin van de 18de eeuw ten onder gingen, beleefde de katoendruk-industrie in de eerste helft van de eeuw juist een bloeiperiode. In Rotterdam was Non Plus Ultra onbetwist de belangrijkste katoendrukkerij. In 1723, reeds enkele jaren na de opening van de fabriek, liet de oprichter, Pieter Barbet, een herenhuis bouwen met de naam 's-Gravenhof. Het huis bestaat nog steeds.
Het aanzien van het herenhuis, dat in 1723 in Lodewijk-XVI-stijl werd gebouwd, is in de loop der tijd gewijzigd. De architect van het huis zou de Kralingse schilder en architect Adriaen van der Werff kunnen zijn geweest. Van der Werff ontwierp de Rotterdamse en Schiedamse beurs, alsmede verschillende buitenhuizen. Op twee hardstenen gevelstenen, ingemetseld in de voorgevel ter weerszijden van de hoofdingang, staan bouwjaar en bijzonderheden vermeld: 'Den eersten steen geleijt door de Hr. Jacobus van Dijck Jun." (linker gevelsteen), 'Daer opperman van was Anna van Gaemen in 't jaar 1723' (rechter gevelsteen).
Bij een verbouwing in de 19de eeuw werd de oorspronkelijke rondbogige raamindeling van de voorgevel aangepast aan de toen heersende mode. Deze wijziging gaf het huis een totaal andere uitstraling. De rechter zijvleugel werd in 1885 vervangen door een hoger bouwvolume.
Het interieur heeft de oorsponkelijke indeling met middengang en hoge vertrekken grotendeels behouden. Op de muur ter weerszijden van de middengang zijn in stucwerk Romeinse keizer- en consultkoppen aangebracht.