Ga direct naar inhoud
Ook de nieuwsbrief van Landgoederen en Buitenplaatsen in Zuid-Holland ontvangen? Schrijf je in!

Bisdom van Vliet

 
Haastrecht
De stamboom van het geslacht Bisdom gaat terug tot de tweede helft van de 16de eeuw en begint met een zekere Jan Bisdom. Zijn nazaten verwierven een aanzienlijk bezit aan landerijen en genoten veel aanzien in de Krimpenerwaard. Zo was de derde generatie, Jacob Bisdom (1617-1704), hoogheemraad van de Krimpenerwaard. Zijn zoon, Adriaen (1664-1728), was notaris te Haastrecht.
Adriaen wordt beschouwd als de bouwheer van het eerste huis van het geslacht Bisdom van Vliet. Zijn tweede zoon, Theodorus (1698-1777), bleef wonen in zijn vaders huis en was president-hoogheemraad van de Krimpenerwaard en burgemeester van Haastrecht. Sinds 1755 was Theodorus heer van de heerlijkheid Van Vliet, waarna deze familietak zich voortaan Bisdom van Vliet noemde. Uit zijn huwelijk in 1724 met Maria van Harthals (1703-1763) werden twaalf kinderen geboren.
De oudste zoon, Marcellus (1729-1806), trouwde in 1766 met Maria Catharina Reijnders (1737-1796). Verschillende belangrijke kunstvoorwerpen in het Huis Bisdom van Vliet zijn afkomstig van haar vader, Salomon Reijnders, vice-admiraal van Zeeland. Het echtpaar kreeg zes kinderen, waaronder één zoon, Salomon (1775-1825), die de naam Reijnders Bisdom aannam. Hoewel zijn echtgenote Paulina Maria Hondorff Block (1786-1871) vijf zonen baarde, is deze familietak in mannelijke lijn toch uitgestorven. Twee zonen, respectievelijk geboren in 1812 en 1814, werden slechts één jaar oud. Een derde stierf tijdens de Tiendaagse veldtocht aan de tering. Hun oudste zoon, Marcellus Bisdom van Vliet (1806-1877), volgde de familietraditie en werd burgemeester van Haastrecht. In 1839 trouwde Marcellus met Maria Elisabeth Knogh (1802-1871). Zij kregen één dochter, Paulina Maria Bisdom van Vliet (1840-1923), de laatste afstammeling van de Haastrechtse tak van de familie. Haar vader Marcellus bouwde het huidige huis. De voltooiing ervan in 1877 heeft hij amper meegemaakt. Na zijn overlijden volgde Paulina’s echtgenoot Johan Jacob Lefèvre de Montigny (1840-1881), hem op als burgemeester. Na zijn dood woonde Paulina als kinderloze weduwe nog 42 jaar in het familiehuis. Conform haar wens werd na haar overlijden op 1 juni 1923 de ‘Stichting Bisdom van Vliet’ in het leven geroepen. Deze had tot doel het karakter van het woonhuis met bijbehorende inboedel, zoals zij er had gewoond, in stand te houden.
Het familiegraf van het geslacht Bisdom van Vliet bevindt zich in de noordelijke transeptarm van de Nederlandse Hervormde kerk. Paulina wilde, vanwege haar grote liefde voor de buitenplaats, bij haar echtgenoot op familiegrond worden begraven. Grafmonumenten in het park geven de plaats waar het echtpaar zijn laatste rustplaats vond.
 
De bouwgeschiedenis van het huis Bisdom van Vliet begint in 1694 als Adriaen Bisdom zich in Haastrecht vestigt en ter herinnering hieraan de beuk plant die nog steeds in de achtertuin staat. Hoe zijn huis eruit heeft gezien, is niet bekend. Plattegrond en afmetingen kunnen worden afgeleid van de kadastrale minuut uit 1829. De voorgevel was ongeveer twaalf meter lang en aan de achterzijde zaten kleine uitbouwen op de hoeken. Zijvleugels van ongelijke lengte aan weerszijden hiervan zouden pakhuizen of een koetshuis zijn geweest.
Omstreeks 1874 verving Marcellus Bisdom van Vliet het oude huis door het huidige huis. De ontwerper is onbekend. Na de voltooiing van het huis in 1877 kwam, blijkens een stichtingssteen, het koetshuis in 1879 tot stand. In 1907 werd voor de gezelschapsdame van Paulina links tegen het huis een kleine woning gebouwd in een vrij sobere neorenaissancetrant. Links daarvan kreeg in 1914 de rentmeester een eigen onderkomen (Hoogstraat 168).
Aan de Provinciale weg staat een uit 1854 stammende dubbele dienstwoning met een opvallende, door de Engelse neogotiek beïnvloede bouwstijl. De symmetrisch opgezette voorgevel heeft met spitsboogvensters uitgevoerde erkers. Bijzonder is de dakbedekking met de vrij zeldzame Oegstgeester dakpannen en een crête als nokversiering.
 
De monumentale tweelaagse bouwmassa van het hoofdgebouw ligt beeldbepalend tussen de Hoogstraat en de Hollandse Ijssel. De gevel is zeven traveën breed en lijkt symetrisch. De entreepartij is opgenomen in het vier venstereenheden brede, door geblokte pilasters afgesloten, middenrisaliet. Links ervan bevinden zich twee vensters van de Kleine Salon en rechts verlicht één venster de garderobe. In feite is er dus sprake van een asymmetrische gevelindeling, waarbij de ritmiek van de vensterindeling gebaseerd is op de breedte en de functie van de achterliggende vertrekken.
De gevels zijn opgetrokken in een paarsbruine baksteen en heel fijn gevoegd. De vensters hebben geprofileerde, aan de bovenzijde iets getoogde omlijstingen met een acroterie. Opvallende details zijn verder de voor die periode kenmerkende lamberkijns met snijwerk in neo-Lodewijk-XIV-stijl. Deze schijndraperieën verborgen destijds de jaloezieën van de schuiframen. De zinken veranda tegen de achtergevel met fraai gedetailleerde kolommen werd rond 1890 door Paulina toegevoegd.
De zolder, waar voor het personeel enkele vertrekken waren afgetimmerd, fungeerde hoofdzakelijk als opslag- en wasruimte. Een houten hijswerktuig om de wasmanden omhoog te takelen is nog aanwezig.
 
Het eclectische interieur is geheel naar de geest van die tijd weelderig van decoratie, stoffering en inrichting. Er zijn duurzame en kostbare materialen toegepast zoals diverse soorten marmer voor vloeren en schouwen. De vloer van de gang en de hal is, passend bij de traditie van herenhuizen, van wit marmer. In elke kamer overheerst een bij de functie van de ruimte passende kleur. Als basis dient daarbij de speciaal op maat gemaakte vloerkleden.
Bij de inrichting is ook gebruik gemaakt van enkele onderdelen van het vorige huis, die herplaatst zijn op de verdieping. Daarnaast is er een grote collectie 17de- en 18de-eeuwse kunstvoorwerpen, afkomstig uit familiebezit, dan wel in de loop van de tijd verzameld. Dat het geslacht Bisdom van Vliet een lange historie kent, blijkt verder uit het grote aantal familiewapen en portretten.
Verder omvat de collectie vooral 19de-eeuwse schilderijen uit de Romantische en de Haagse school perioden. Een enkele maal zijn bekende 17de-eeuwse schilders vertegenwoordigd.
 
Achter het huis bevond zich al in de 18de eeuw een tuin, die afliep richting de Hollandsche IJssel. Middelpunt hiervan vormt de reeds genoemde rode beuk uit 1694. Bij de geboorte van de twee  zoons van Adriaan, in 1696 en in 1698, plantte hij voor ieder een rode beuk in de overtuin. Deze inmiddels monumentale bomen zijn nu de blikvangers van het huidige landschappelijke park. Oorspronkelijk strekte het grondgebied van de familie Bisdom zich uit van de Hervormde kerk tot aan de tegenwoordige Bredeweg. Globaal is de opzet van deze indrukwekkende tuin met beelden, folly, koepel, waterpartijen, oranjerie en moestuin herkenbaar op de kadastrale minuut van 1829.

Door het in het leven roepen van de Stichting Bisdom van Vliet kon, ondanks dat er geen directe nazaten meer waren, het culturele erfgoed van dit patriciërsgeslacht, levend gehouden worden.

Landgoed

Typering
goed bewaard
Ontstaansgeschiedenis
gesticht als buitenplaats
Architectuur
eclecticisme
Hoofdfunctie
museum

Groen

Groenelementen
grote solitaire boom, eiland, vijverpartij, dierenbegraafplaats, graftombe
Tuinarchitectuur
landschapsstijl
Hoofdfunctie groen
park

DIt is een woord uit de verklarende woordenlijst

Je kunt het wooord dan ook verklaren met een meer of minder lang tekstje. En als van toepassing dan kun je ook een link toevoegen naar een externe website met meer informatie. Die link verschijnt dan onder de verklarende tekst.

Klik hier voor meer informatie