landhuis

Het grote herenhuis van Weizigt is blokvormig en heeft een hoog afgeknot schilddak. Boven het souterrain bevindt zich een bel-etage met daarboven nog een verdieping. De voorgevel wordt bekroond door een hoofdgestel met op het fries een jaartal in Romeinse cijfers (MDCCXCIV | 1794), dat mogelijk betrekking heeft op een verbouwingsjaar. Het metselwerk van de voorgevel is bijzonder regelmatig. De andere gevels zijn duidelijk minder zorgvuldig gemetseld, met goedkopere ijsselsteentjes. De middenrisaliet met bordestrap, de versierde omlijstingen van de entree en daarboven liggend venster en de pilasters completeren het rijke, maar sobere karakter van de façade. Het interieur van het huis is symmetrisch ingedeeld. Aan weerszijden van een monumentale gang bevinden zich telkens twee kamers. De zoon van de laatste tuinman van Weizigt ten tijde van de familie De Roo vertelt dat hij als kind soms met zijn vader meeging om salarissen te innen voor de tuinlieden. In één van de vertrekken op de bel-etage geheel op het noordoosten werd kantoor gehouden. De kamers waren voorzien van gobelins, schilderijen, luchters, bovendeurstukken en versierde stucplafonds. Alle waardevolle stukken zijn door de familie De Roo meegenomen of in later tijd verloren gegaan.
Datering
1794 of eerder
Rijksmonument nummer
Verschijningsvorm
goed bewaard